zondag 10 september 2017

Füssen en Seeg


Na de vermoeiende wandeling van eergisteren besloten de baasjes om het gisteren wat rustiger aan te doen. Op een paar kilometer afstand ligt het dorpje Füssen, waar ook diverse interessante gebouwen staan. Op een heuvel staat een prachtig kasteel en onderaan een klooster (klooster Sankt Mang). Van de parkeerplaats was het maar even lopen naar het kasteel. Was wel klimmen, want zoals ik al schreef, staat dat op een heuvel. Ook andere mensen brachten een bezoek aan het kasteel en liepen met ons de heuvel op. Sommigen waren helemaal gefascineerd door ons en we kregen heel veel aandacht.

 
Slot Fussen

Niet iedereen wist dat wij shelties zijn, ze denken allemaal dat wij een Schotse collie zijn die nog moet groeien. Heel geduldig gaat het vrouwtje dan telkens uitleggen dat we shelties zijn, dat dat een ander ras is en dat we niet meer zullen groeien. Ondanks de uitgebreide uitleg zijn niet alle mensen meteen overtuigd. Je ziet aan ze dat ze dat slechts moeilijk kunnen bevatten. 

Bij het kasteel zelf was er weinig te doen. Je kon wel helemaal via de toren naar boven klimmen, maar daar hadden de baasjes weinig zin in. Het gebouw was wel indrukwekkend. Ook het klooster was prachtig. Net als gebruikelijk mochten wij hondjes niet mee naar binnen, maar de baasjes gingen om de beurt wel even kijken.

 
Klooster St. Mang

Füssen zelf is niet echt groot, maar wel heel erg mooi. We hebben er nog een beetje rondgewandeld. Net als in ieder dorpje of stadje heb je er verschillende winkels en een hoop mensen. De meesten waren toeristen, die net als wij alles uitgebreid wilden bekijken. En net als overal waar veel toeristen komen, heb je van die winkeltjes waar je allerlei prularia kunt kopen. Ook mijn vrouwtje moest al die winkeltjes in om iets te zoeken, dat ze in de keuken kan neerzetten. Na veel heen en weer viel de keuze op een miniatuur van Neuschwanstein, dat we alleen uit de verte hebben gezien.

 
Het klooster van binnen

Na op een terras een kopje koffie te hebben gedronken en wij een slokje water, vertrokken we weer naar een rustigere bestemming. We gingen naar een klein dorpje in de buurt, naar Seeg, waar één van de mooiste kerkjes van het Allgäu staat: het kerkje St. Ulrich. Het dorpje op zich is al een bezienswaardigheid. Piepklein, maar schitterend in de bergen gelegen, met adembenemende uitzichten.

 
Kapelletje op weg naar Seeg

Het kerkje zelf is behoorlijk groot, zou je niet verwachten op zo’n piepklein dorpje. Na de bezichtiging waren de baasjes echt onder de indruk, was inderdaad het mooiste kerkje dat ze hier hebben gezien. Het was van binnen in zacht roze kleuren geschilderd. Helaas waren ze het kerkje net aan het restaureren, waardoor het een beetje moeilijk was om alles te fotograferen.




’s Avonds werden de baasjes avontuurlijk. Op loopafstand van ons huis was een restaurant, waar Beierse specialiteiten geserveerd werden. Daar gingen we dus eten. Ikzelf had er toch een beetje mijn twijfels over, maar ik liet me verrassen. Wordt zeker weer hilarisch, dacht ik. En ja hoor, het was weer lachen. De baasjes snapten helemaal niets van de menukaart. Het vrouwtje koos na lang wikken en wegen voor een gerecht dat ‘Maultaschen’ heette en waarvan ze geen enkel idee had wat dat was. Het enige dat ze wist, was dat het iets met spinazie was. Toen het eten werd opgediend, was de verbazing groot. Op het bord lagen namelijk ravioli en daar zat inderdaad spinazie in. “Nou zeg”, mopperde het vrouwtje, “hadden ze dat niet gewoon op de menukaart kunnen zetten dat dat ravioli zijn?” Het viel te eten, maar echt denderend was het niet.

 
St. Ulrich in Seeg

Tja, en dat was alweer de laatste avond van onze vakantie. Vanmorgen moesten we vroeg op en moesten helaas alweer afscheid nemen van de bergen. In tegenstelling tot de heenreis zouden we nu in één keer naar huis rijden. Ik zag er eigenlijk een beetje tegenop, zoveel uren in de auto. De heenreis in etappes heeft veel langer geduurd dan gedacht, dat zou dus een behoorlijke rit worden. Viel echter reuze mee, want nu konden we gewoon doorrijden. Onderweg begon het echter ineens heel hard te regenen. Het vrouwtje had de ruitenwissers op de snelste stand, maar je zag nog niets. De weg stond deels echt blank. Gelukkig klaarde het snel weer op.

 
St. Ulrich van binnen

En nu zijn we weer thuis in ons eigen huisje. Thuis is het altijd fijn, maar ja, zo’n vakantie vind ik altijd heerlijk. Is toch een keer heel iets anders, ook voor ons hondjes. Ik verheug me alweer op de volgende vakantie. Onderweg hoorde ik de baasjes daar al over praten, dus ik weet al waar we volgend jaar naartoe gaan, maar dat verklap ik nog even niet. Zo, en nu even met het vrouwtje een ommetje maken en kijken of we een paar van onze vriendjes tegenkomen. Kort vóór onze vakantie is overigens mijn beste vriend Gino verhuisd. Zomaar, gewoon weg, samen met zijn baasjes. Ben er heel erg treurig om, want Gino was mijn beste vriend vanaf het eerste uur, en ook Romy kon er supergoed mee opschieten.

vrijdag 8 september 2017

Nesselwang en Hopfen am See


Wat een ander begin van de dag dan gisteren: al ’s ochtends scheen de zon volop, dus we hadden meteen het vakantiegevoel te pakken. Het was niet te warm en ook niet te koud, dus de perfecte dag voor een wandeling. We reden naar Nesselwang, om daar naar een waterval te gaan kijken.

 
Waterval Nesselwang

De auto werd neergezet op een grote parkeerplaats, waar het nogal druk was. Er was daar kennelijk veel te doen. Maar wij kwamen voor de waterval en gingen dus wandelen. De hoogteverschillen vielen daar reuze mee, ook voor het baasje was dat dus te doen. De waterval was indrukwekkend, jeetje zeg, wat een hoop water kwam daar naar beneden. Je kon de waterval van onderen bewonderen, maar je kon ook helemaal naar boven klimmen. Je moest dan wel talloze trappen lopen. Dat was niets voor ons. De trappen waren open, niet geschikt voor onze smalle pootjes, en bovendien heeft het vrouwtje hoogtevrees. Maar ja, waarom wil je eigenlijk een waterval van boven zien?

Romy en ik vonden de wandeling schitterend. We konden heerlijk rennen en dat deden we ook. En tussendoor lekker snuffelen. Ruikt hier heel anders dan bij ons thuis, dat moest toch even goed worden onderzocht. Ik vind het heerlijk om uitgebreid te snuffelen, is echt helemaal mijn ding.




’s Middags gingen we naar Hopfen am See, om een wandeling te maken om de Hopfensee. Op een bord stonden verschillende routes aangegeven die je kon lopen, met een vermelding van het aantal kilometers. Je kon een route doen om het hele meer. Dat was een flinke wandeling, die zo’n drie uur duurde. Dat vonden de baasjes te lang. Je kon ook een panoramaroute doen, die in het blauw was aangegeven. Die viel qua kilometers en tijd mee, dus besloten we om die te gaan lopen.

In het begin viel het allemaal mee. Op houten paaltjes stond keurig met blauwe kleur aangegeven waar je moet lopen. De baasjes waren totaal onder de indruk van de uitzichten en het vrouwtje maakte overal foto’s van. We bleven tussendoor regelmatig staan om te kijken en gewoon te genieten. Rechts en links had je af en toe een pad, waar je van de hoofdroute kon afwijken. Wij bleven echter netjes op het hoofdpad, want we wilden immers de blauwe route lopen.




Toen we al een behoorlijk eind hadden gelopen, begonnen bij de baasjes toch de twijfels toe te slaan. Het was al een poosje geleden dat we een paal met blauwe verf hadden gezien. Sterker nog, we kwamen helemaal geen palen meer tegen met welke kleur verf dan ook. Zaten we wel goed? Aan de ene kant had je nog steeds het meer, dus verdwaald waren we niet. Maar zaten we nog wel op de juiste route? Er waren twee mogelijkheden: of doorlopen, of teruggaan. We kozen voor doorlopen.



Weer een poosje later – we waren inmiddels al geruime tijd onderweg – kwamen we ineens in een bos terecht. Dat bos hadden we gezien toen we aankwamen. Dat lag precies aan de overkant van het meer. Oeps, baasjes, volgens mij is dat toch de verkeerde route. Maar ja, nu was het te laat, we moesten verder. Aangezien het bos ongeveer op de helft ligt van de route, hield dat in dat we ongeveer dezelfde tijd nodig hadden, die we al hadden gelopen, om weer naar onze auto te komen.

 
Hopfen am See

Het baasje was aan het kreunen en steunen. De voeten deden zeer, hij had geen zin meer in wandelen. Ook zouden we onder geen omstandigheden meer tijdig bij de parkeerplaats arriveren, waar we slechts een bepaald aantal uren mochten staan. Romy en ik hadden nergens last van. Het vrouwtje had in een rugzak water voor ons meegenomen, zodat we tussendoor wat konden drinken. Bovendien zijn wij aan wandelingen met ons vrouwtje gewend, want ook thuis zijn we vaak met zijn drieën op pad.

Na uren om het hele meer gewandeld te hebben, kamen we eindelijk bij onze auto aan. De baas zag het helemaal niet meer zitten. Op het terras van een restaurant moest hij eerst bijkomen. Geen idee waar het fout is gegaan, maar daar stonden toch echt geen paaltjes meer. Is altijd lachen met de baasjes. Is niet de eerste keer dat we compleet de weg kwijt zijn. Wij hondjes hadden dat al lang door dat we de verkeerde route liepen. Misschien de volgende keer toch een wandelkaart aanschaffen?

donderdag 7 september 2017

Neuschwanstein, Hohenschwangau en Weißensee


Toen we vanochtend opstonden was het aan het regenen en niet een beetje ook. Het water viel met bakken uit de hemel. Dat is hier niet zo leuk, want zoals ik al vertelde zitten we hier boven op een berg, waar nergens asfalt is. Voor de voordeur is het een en al blubber. De vraag was nu: wat gaan we vandaag doen? De baasjes zijn eigenlijk niet zo onder de indruk van slecht weer. Kort vóór de vakantie hebben zij nieuwe regenjassen gekocht, zodat ze bij ieder weer op pad kunnen. Na het ontbijt werd dus ook besloten dat we vandaag de andere twee kastelen van koning Lodewijk, die we gisteren al vanaf het meer hadden gezien, zouden bezichtigen.

 
Alpsee in de regen

Op de plaatsen, waar we tot nu toe waren, was het eigenlijk vrij rustig. Er waren weliswaar rechts en links een paar toeristen, maar dat viel eigenlijk reuze mee en in de dorpjes was bijna niemand. Wat een verschil met vandaag. We waren er eigenlijk vrij vroeg, maar desondanks moesten we zoeken vóór we een plek op één van de talloze parkeerplaatsen hadden gevonden. Overal bussen, waar voornamelijk mensen uit Azië in zaten. Het was stervensdruk!

 
Slot Neuschwanstein

Samen met al die andere toeristen maakten we ons op weg naar het eerste kasteel. Na een beetje op een straat te hebben gewandeld, moesten we door een bos verdergaan. Het ging steil omhoog en werd telkens steiler. De hele wandeling zou – mits je een goede conditie hebt – zo’n half uur duren. Al snel zag ik dat mijn baasje dat niet zou trekken. En inderdaad! Na een paar minuten gewandeld te hebben, bleef hij ineens staan en zei dat hij er nu genoeg van heeft. Het regende bovendien pijpenstelen, dus het was verre van leuk. Tot grote verbazing van veel andere mensen, keerden we om.

 
Slot Hohenschwangau

Terug op de verharde weg, besloten de baasjes ondanks het slechte weer, toch nog naar de Alpsee te gaan, die een paar meter verderop ligt. Volgens verschillende reisgidsen schijnt dat een meer te zijn met prachtige uitzichten. Helaas hebben we daar niet al te veel van gezien door de regen. Alles was grijs en je had het gevoel dat het bijna nacht is.

 
Klooster Irsee

Een paar zwanen en eendjes kwamen nieuwsgierig kijken toen we langs het meer liepen. Hè, dat is leuk, die heb ik nog nooit van zo dichtbij gezien. Romy en ik wilden meteen kennis maken met die schattige diertjes. Dat mocht echter niet van het vrouwtje. Mijn vrouwtje heeft toen ze kind was namelijk een traumatische ervaring met zwanen opgedaan en sindsdien is ze wat huiverig van die diertjes. Ze was toen met haar mama bij een meer zwanen aan het voeren. Ineens kwam een zwaan met kleintjes en die kwam achter de mama van mijn vrouwtje aan. We mochten wel van een afstand kijken en dat was ook leuk.

 
Het klooster van binnen

Gelukkig hield het op een gegeven moment op met regenen. De baasjes hadden het echter helemaal gehad met die kastelen. Ze hebben een hekel aan grote mensenmassa’s en talloze toeristen, die overal met hun camera staan. Het besluit was dus snel genomen: we zouden naar een bestemming vertrekken, waar minder toeristen op af kwamen. We gingen naar klooster Irsee, dat in de gelijknamige plaats Irsee gelegen is. Onderweg hadden we overigens  schitterend uitzicht op de twee kastelen, dus snel stoppen, uitstappen en een paar foto’s maken. Prachtige foto’s en vooral geen ene toerist op te zien. 

En inderdaad, daar was het heerlijk rustig, bijna geen mensen. Maar heel eerlijk gezegd viel daar ook niet veel te doen, maar we hadden in ieder geval geen last van andere mensen. Wat ze daar wel hadden, was een heel leuk restaurant en dus besloten de baasjes om een hapje te gaan eten.


Weissensee

Met het eten is het hier wat avontuurlijk, hoorde ik de baasjes zeggen. Ze hebben namelijk vaak geen flauw idee wat ze eigenlijk bestellen. Op de menukaarten staan veel Beierse gerechten, waarvan zij nog nooit hebben gehoord. Ook nu stonden er hele rare dingen op. Drie soorten soep, met hele aparte benamingen. De baasjes besloten om voor de Flädlesuppe te gaan. Ze gokten dat dat gewone vermicellisoep is, want bij ons staat die eigenlijk op iedere menukaart. Nou zeg, het was wel lachen toen de soep gebracht werd. Zaten echt geen vermicelli in, maar ander raar spul. De baasjes proefden, was wel hartstikke lekker en smaakte een beetje naar brood. Dus misschien was dat broodsoep? Apart, maar ja, het kan. Later hebben de baasjes op internet gezocht. Toen bleek dat geen brood te zijn, maar kleingesneden pannenkoek. De baas vond de soep zo lekker dat hij tegen het vrouwtje zei dat ze die thuis ook een keer moet klaarmaken. Dus binnenkort staat er ook bij ons thuis waarschijnlijk pannenkoekensoep op de menukaart.

Na in het huisje wat uitgerust te hebben, hebben we vanavond nog een wandeling gemaakt om de Weißensee. Wat een heerlijke afsluiting van de dag.
 


woensdag 6 september 2017

Foggernsee en Speiden


De baasjes hebben besloten om het vandaag een beetje rustig aan te doen. We hebben gisteren immers behoorlijk veel gewandeld. Vanochtend zijn we naar een parkeerplaats in de buurt van Waltenhofen en van daaruit hebben we een wandeling gemaakt naar de Foggernsee. Dus toch weer wandelen, maar dat viel reuze mee, was maar een kort afstandje.

 
Kerkje Waltenhofen

De natuur is hier inderdaad prachtig. Overal koeien die buiten op de weilanden mogen lopen. Veel boeren hebben hier ook slechts een stuk of 25 koeien. Van de melk van die koeien,  maken zij gezamenlijk kaas en verkopen die vervolgens. Nou, dat is iets anders dan die megastallen bij ons, waar duizende koeien in staan, die nooit het daglicht zien. De koeien hier kijken ook echt vrolijk. Romy en ik mochten voorzichtig kennis maken met ze.

 
Romy op de boot, bij de baas op schoot

Ook het meer was prachtig, helemaal omringd door bergen. Van de ene kant heb je een prachtig uitzicht op het dorpje Füssen, waar wij in de buurt zitten. Vervolgens wilden we eigenlijk naar Füssen om daar op een boot te stappen, om zodoende een rondvaart te maken over het meer. Tijdens de wandeling bleek echter dat we ook in Waltenhofen kunnen opstappen, dus hoefden we helemaal niet terug. Gelukkig waren ook Romy en ik, en talloze andere hondjes, welkom op de boot.




Het was echt genieten. Het zonnetje scheen, er waaide amper wind, en wij zaten lekker buiten en hadden van daar uit een perfect uitzicht. Romy en ik mochten op de schoot van de baasjes zitten, zodat we alles goed konden volgen. Een paar minuten nadat we vertrokken waren, kwamen we langs die twee grote kastelen Neuschwanstein en Hohenschwangau. Wauw, die zijn inderdaad groot! Ook die hebben te maken met sprookjeskoning Lodewijk II. Hij is op Hohenschwangau opgegroeid en Neuschwanstein heeft hij laten bouwen. Moet echt veel geld hebben gehad, die man!




De rondvaart duurde wel lang, dik twee uur. Na een poosje hadden Romy en ik eigenlijk genoeg van de bergen gezien. We gingen lekker slapen, want je weet maar nooit wat de baasjes voor de rest van de dag nog verzinnen. Nadat de baasjes in een restaurant lekker geluncht hadden, wandelden we op ons gemak terug naar de auto en vertrokken inderdaad weer naar de volgende bestemming. We gingen naar Speiden om daar het kerkje Maria Hilf te bezichtigen.

 
Kerkje Maria Hilf

Het kerkje staat in een klein, romantisch dorpje. Ziet er prachtig uit. Ook de omgeving was oogverblindend. Jeetje, wat is het hier mooi. Na de bezichtiging van het kerkje hebben we nog een beetje in de omgeving rondgewandeld. Toen we ’s avonds weer thuis waren, was het nog zo warm dat we met zijn allen op het terras konden gaan zitten. Heerlijk, zo’n vakantie. 



dinsdag 5 september 2017

Plansee en slot Linderhof


Vóór we op vakantie gingen, hebben de baasjes regelmatig naar de weerberichten gekeken. Helaas werden ze daar niet zo vrolijk van, want het zou de hele tijd regenen en behoorlijk koud zijn. Gelukkig valt het echter tot nu toe allemaal mee. Regenen doet het ’s nachts en overdag schijnt meestal de zon. Laten we duimen dat het de rest van de vakantie zo blijft. Vandaag was het in ieder geval een super zonnige dag, bijna zomers. Dus tijd voor het volgende uitstapje.

 
Plansee (Oostenrijk)

De baas had gehoord dat we onder alle omstandigheden naar een meer in Oostenrijk moeten, waar het hartstikke mooi is. De rit daar naartoe was al prachtig, overal bergen. Zoiets heb ik nog niet gezien. Toen we bij het meer – de Plansee – aankwamen, scheen lekker het zonnetje en het was zelfs behoorlijk warm. De baasjes besloten om daar een wandeling te maken, zodat we echt konden genieten. Het water had een prachtige groene kleur en overal waren bergen. Nu had ik zo echt het gevoel om op vakantie te zijn.




Het weer liet zich vandaag van zijn beste kant zien, de temperaturen liepen aardig op. Na de wandeling gingen we op een terras zitten om wat uit te rusten. Romy en ik kregen een lekker bak met water en ook de baasjes dronken wat. Ach, wat is dat toch fijn. Gewoon op een terras liggen en van de mooie uitzichten kunnen genieten.

 
Romy bij het fontein van slot Linderhof

Na wat uitgerust te hebben vertrokken we naar slot Linderhof, dat net als klooster Ettal in het Ettal ligt. Heel veel gebouwen in deze regio hebben te maken met koning Lodewijk II, die ook de Sprookjeskoning werd genoemd, vertelde het vrouwtje. Lodewijk had het slot van zijn vader geërfd en liet het verbouwen tot koninklijke villa. Helaas is het met koning Lodewijk niet zo goed afgelopen, begreep ik. Hij is onder mysterieuze omstandigheden op jonge leeftijd verdronken in een meer vóór de verbouwing van het slot afgerond was. Nou zie je maar weer dat geld alleen ook niet gelukkig maakt.

 
Slot Linderhof

Van binnen zou het slot prachtig zijn, hadden de baasjes gelezen. Dat hield dus in dat de baasjes het slot ook van binnen wilden bezichtigen. Maar geen paniek, Romy en ik hebben ons wel vermaakt. Het was al een behoorlijke wandeling van de ingang naar het slot, dus uitrusten was niet verkeerd. Eerst ging het vrouwtje naar binnen en vervolgens de baas.




Toen het vrouwtje terugkwam, heeft zij talloze foto’s van ons gemaakt, want dat wij bij het slot waren moest natuurlijk op de gevoelige plaat worden vastgelegd. Ikzelf weet helemaal hoe dat moet. Gewoon braaf blijven zitten en heel lief de camera in kijken. Romy heeft dat allemaal nog niet helemaal door. Ze trekt soms de gekste gezichten. Vaak gaat ze allerlei rare dingen uitspoken met haar tong, of ze kijkt rond, of weet ik veel. Het vrouwtje wordt er soms wanhopig van, want het duurt soms eeuwig voor we één goede foto hebben van Romy.




Na de bezichtiging van het slot hebben we een wandeling door het park gemaakt. Jeetje zeg, dat was zo groot dat je er in kon verdwalen. Ook hier had je in het park verschillende gebouwen staan, onder andere een Venustempel en een grot. De baasjes waren vooral benieuwd naar de grot, want die schijnt spectaculair te zijn. Helaas waren ze die net aan het renoveren en daarom was de grot gesloten. Diepe teleurstelling bij de baasjes. Maar geen zorgen, we hebben ons ook zonder grot heel erg vermaakt. Was wel een behoorlijk eind lopen, wat hier niet altijd makkelijk is. Het park ligt namelijk in de bergen en vaak gaat het steil omhoog.




Zo, en nu is het tijd om wat uit te rusten, was een vermoeiende dag. In de woonkamer van ons huisje ligt een groot tapijt, waar Romy en ik lekker op kunnen liggen.

maandag 4 september 2017

Weißensee


Na een uitgebreid ontbijt stapten we gisterochtend weer met zijn allen de auto in om verder naar het zuiden te gaan. Ook deze keer zou de rit niet al te lang duren, nog geen drieënhalf uur, dus dat viel reuze mee. Althans dat dachten we. We waren echter nog niet al te lang onderweg, of er waren alweer de eerste wegwerkzaamheden. En zo bleef het maar doorgaan. Uiteindelijk kwamen we laat in de middag bij onze vakantiebestemming aan.

 
Kerkje Wies 

De baasjes hadden een huis gehuurd in Weißensee. Dat ligt helemaal in het zuiden van Duitsland, aan de overkant ligt Oostenrijk, waar je wandelend naartoe kan. Toen ik het huisje zag was ik meteen superblij. We zitten helemaal in ons eentje boven op een berg. De grote slaapkamer is door middel van een lange gang verbonden met de eethoek. Je kan er heerlijk rennen!!! Ook anderszins is het huisje fantastisch: we hebben zelfs een terras buiten. Romy en ik voelden ons meteen helemaal thuis.

 
Plafond in het kerkje Wies

Gisteravond hebben we al een beetje in de omgeving gewandeld om te zien waar we precies beland zijn. Wauw, wat is het hier prachtig. Overal waar je kijkt bergen, kleine dorpjes met kerkjes en overal is het groen. Volgens mij is het hier fantastisch vertoeven.

 
Kerkje Wies van binnen

Vanochtend werd meteen een uitstapje gemaakt naar Wies, om daar het kerkje Wies te bezichtigen. Dat ligt in een piepklein dorpje, met slechts een paar huizen eromheen. De kerk zelf staat op een heuvel. De kerk zelf vinden wij hondjes natuurlijk niet zo spannend, vooral omdat we er niet in mogen, maar de wandeling om het kerkje, die was echt iets voor ons. Prachtige uitzichten op de bergen en de eindeloze groene weilanden. De baasjes vertelden dat het kerkje ook van binnen prachtig was, helemaal in rococo stijl. Ik heb geen idee wat dat precies inhoudt, is voor ons hondjes ook niet belangrijk, maar de baasjes waren in ieder geval onder de indruk.

 
Klooster Ettal

’s Middags reden we verder naar Ettal, waar een heel oud klooster (klooster Ettal) staat. Wauw, dat was een indrukwekkend gebouw. Dat ze vroeger zulke grote gebouwen konden neerzetten. Ook hier hebben we heerlijk kunnen wandelen. Wat is vakantie toch heerlijk. Echt genieten. Ik hoop dat we hier lang zullen blijven.

 
Romy bij het klooster

zaterdag 2 september 2017

Op naar Speyer


Vorige week was het eindelijk zover: de baasjes kregen vakantie. Ik verheug me altijd heel erg op die periode. Wekenlang samen met beide baasjes. Meestal doen we dan ook hartstikke leuke en spannende dingen, daarom kijk ik altijd naar die periode uit. Ook anders doen we natuurlijk veel leuke dingen, maar als de baasjes vakantie hebben is het toch anders. Vaak gaan we dan namelijk op reis en dat vind ik altijd super.

 
Kasteel Schwetzingen

In de eerste week van de vakantie bleven we thuis, dus ik was toch een beetje teleurgesteld. Maar eergisteren werden ineens de koffers gepakt. Yes!!! Het was dus zover. We gingen weg. Gisterochtend zijn we met zijn allen in de auto gestapt en vertrokken. Het vrouwtje vertelde dat we naar een plek gaan die Speyer heet. Die ligt ergens in het zuiden van Duitsland. Het was eigenlijk niet echt ver rijden, binnen een uur of vier zouden we er zijn. Helaas waren er talloze wegwerkzaamheden, waardoor de reis toch iets langer duurde dan gepland. Romy en ik hadden er weinig last van. We hebben lekker op de achterbank geslapen.




Gisteravond hebben we even door Speyer gewandeld, maar aangezien het al laat was, was dat geen al te uitgebreide wandeling. Vandaag zouden we echt ergens naartoe gaan. Dat deden we ook en wel naar een kasteel in Schwetzingen.




Eh, ik snap dat niet. Waarom zijn we eigenlijk in een hotel in Speyer gaan zitten als we vervolgens naar Schwetzingen gaan? Was het niet praktischer geweest als we meteen naar die plaats waren gegaan? De baasjes vonden van niet. Oké, zal wel een mensending zijn, waar wij hondjes niets van snappen.




Ik wist eigenlijk niet wat me te wachten stond met dat kasteel. Vaak is dat voor ons hondjes een beetje saai. Eerst gaat het ene baasje zo’n kasteel van binnen bezichtigen en vervolgens het andere baasje, dus moeten we altijd met één baasje buiten wachten. Tot mijn verbazing werd er deze keer echter niets binnen bezichtigd, het ging namelijk om het park.




Wauw, wat een heerlijk park. Je kan uren wandelen zonder dat het saai wordt. In het park staan verschillende gebouwen, onder andere tempels en zelfs een moskee. We mochten dus gewoon samen met de baasjes het park verkennen. Dat was echt genieten.

 
De moskee

Morgen gaat onze reis verder, zegt het vrouwtje. Het is namelijk de bedoeling om nog verder naar het zuiden te gaan. Je schijnt daar bergen te hebben, waar we samen met de baasjes kunnen wandelen. Nou, ik laat me verrassen.

 
Vorst Carl Theodor met zijn minnares op een varken